Verslag bijeenkomst Flexwoningen 15 september 2021

Woensdagavond 15 september 2021 was er een tweede bijeenkomst over het voornemen tot het plaatsen van flexwoningen aan de Bijsterenseweg. Deze bijeenkomst was een vervolg op de eerdere bijeenkomst (14 juli 2021) waar de wethouder toen niet bij aanwezig was. De gemeente had een zaal in de Aker geregeld en een externe voorzitter aangetrokken om alles in goede banen te leiden. Lees hier ook het verslag van de gemeente zelf.

Vanuit de gemeente waren wethouder ’t Jong en dhr. Opperwal aanwezig. Ook was vanuit de politiek een delegatie van Wij Putten aanwezig om te controleren of het gemeentebesluit goed wordt uitgevoerd. Opmerkelijk dat zij de enige aanwezige politieke partij waren. Op uitnodiging van de gemeente waren een afvaardiging van Woningstichting Putten, Wij Willen Wonen Putten en stichting Samen Sterk zonder Stigma aanwezig. Natuurlijk waren ook de omwonende van de Bijsterenseweg wederom in grote getalen aanwezig.

Wethouder ’t Jong startte met een introductie en nam ons mee in het proces van besluitvorming en een stukje historie. Volgens hem een democratisch proces waar hij trots op is. Hier kwam direct de kritiek dat het voor de buurt niet voelt als een democratisch proces. Vooral het niet nakomen door de gemeente van gemaakte afspraken in het recente verleden met omwonenden, blijft een enorm struikelpunt voor iedereen. Het vertrouwen in de gemeente is er niet meer. Dit werd duidelijk aangegeven en kwam ook naar voren in de pittige vragen die werden gesteld. Ook zijn er heel veel vraagtekens bij de keuze van de locatie. Deze lijkt puur ingegeven op basis van gemak en welke grond al eigendom is van de gemeente. Dit alles speelt al sinds 2018 en vormt de basis voor de Woonvisie 2020-2025 de basis voor de flexwoningen. Hierin staat dat de gemeente flexwonen moet faciliteren. Naast het faciliteren zijn er ook prestatieafspraken gemaakt met o.a. de woningstichting Putten voor de MO/BW doelgroep. Dit is maatschappelijke opvang en beschermd wonen. 

Hierna ging ’t Jong in op drie onderwerpen waarover tijdens de voorgaande meeting geen duidelijkheid gegeven was. Zo gaf ’t Jong aan dat de flexwoningen voor Puttenaren zullen zijn. Hij gaf aan dat het mogelijk is om van landelijke wetgeving over vrije vestiging af te wijken omdat de flexwoningen als experiment aangemerkt worden. Na kritische vragen uit de zaal bleek zijn uitspraak iets genuanceerder te liggen en gaf een collega van ’t Jong aan dat dit voor nu slechts afgesproken kan worden voor de komende 4 jaar. Daarna moet er opnieuw over worden besloten. Dit droeg natuurlijk opnieuw niet bij aan het vertrouwen dat de omwonenden hebben in de gemeente en in de uitspraken van ’t Jong tijdens de bijeenkomst. 

Een tweede punt was de termijn van 15 jaar. Hoe hard is deze nu echt was de vraag. In eerdere stukken was namelijk al te lezen dat de gemeente na al nadacht en sprak over een (voornemen tot) verlenging van 15 jaar. ’t Jong was hier naar eigen zeggen heel duidelijk in en gaf aan dat het echt om maximaal 15 jaar gaat. Hierna worden de woningen daar weggehaald en mogelijk ergens anders geplaats. Omwonenden vroegen, met de eerder verbroken afspraken over het perceel in het achterhoofd, direct om hoe deze afspraak vastgelegd kon worden. Door een buurtbewoner werd gesuggereerd om nu al met de gemeente af te spreken dat het perceel ontdaan van beton en steen na 15 jaar overgedragen zal gaan worden aan een stichting waarna de omwonenden zorg zullen dragen voor beheer en onderhoud van het stuk groen. Dit werd natuurlijk weer te concreet voor de wethouder waarna het voorstel doorverwezen werd naar een volgende bijeenkomst en de buurt dit zelf moet regelen.

Verder kwam aan de orde of het nu om de in eerste instantie gecommuniceerde 20 flexwoningen ging of toch om de door dhr. Oppewal tijdens de voorgaande bijeenkomst van 22 flexwoningen en gemeenschappelijke wasruimte; 20 flexwoningen, 1 woning voor de beheerder, 1 zogenaamde spoedkamer voor crisisopvang en dus een gemeenschappelijke wasruimte. Er is onduidelijkheid over wat een spoedkamer dan precies is. De tekst uit de woonvisie rondom korte lijntjes met de politie wordt nog aangehaald door een omwonende:

“Bij calamiteiten is er een korte lijn naar de veiligheidsregio (politie, OM). Op deze wijze willen we in de woonbehoefte van kwetsbare personen voorzien én de leefbaarheid en de veiligheid van de omwonenden waarborgen.” 

De wethouder en ook dhr. Oppewal geven aan onbekend te zijn met deze informatie. Uiteindelijk zegt de wethouder toe dat het blijft bij 20 flexwoningen. Wederom vroegen de omwonenden waar en hoe deze toezeggingen/afspraken vastgelegd gaan worden.

Tot slot werd besproken welke doelgroepen er nu precies komen te wonen. Naast starters en mensen wiens relatie is verbroken werden ook genoemd mensen die hun huis uitgezet zijn, mensen die uitstromen uit de maatschappelijke opvang en/of andere zorginstellingen, ex-gedetineerden en andere spoedzoekers. Arbeidsmigranten, asielzoekers en statushouders werden door ’t Jong direct uitgesloten. Bij vragen over aantallen per doelgroep vanuit de omwonenden werd eerst niet concreet geantwoord. ’t Jong startte een verhaal over zogenaamde “dragers” (mensen met sterke schouders) en “vragers” (mensen die begeleiding nodig hebben) en de mix daartussen zonder aantallen te noemen. Na aandringen gaf ’t Jong aan dat het ongeveer 17 of 18 “dragers” zullen zijn en 2 tot 3 “vragers”. Ook hier was weer de roep om deze toezegging zwart op wit te zetten.

De bijeenkomst liep uit in tijd waardoor wederom niet alle vragen vanuit omwonenden behandeld konden worden. Er komt een vervolgbijeenkomst. De wethouder gaf tussen neus en lippen door nog wel aan dat hij dan wel wil dat de omwonenden het verleden en vragen over de keuze achter zich laten; dit zou een gepasseerd station zijn. Wel attendeerde hij de bewoners erop dat ze aanspraak kunnen maken op eventuele planschade of juridische stappen zoals bezwaar kunnen ondernemen. Maar als de bewoners dat doen “ontnemen ze wel van 20 bewoners een dak boven hun hoofd” waren de afsluitende woorden van de avond. 

De afdronk van de bijeenkomst onder de omwonenden was dan ook niet erg positief. Het op veel punten uitblijven van duidelijke uitspraken, het om de hete brij heen draaien van de wethouder door niet te antwoorden en in “mogelijkheden” en “bedoelingen” te spreken en het niet kunnen aangeven hoe we alles wat er dan wel is toegezegd zogezegd zwart op wit kunnen krijgen zodat het rechtsgeldig wordt en ook bij een volgend college blijft staan, maakte dat veel omwonenden zich behandeld voelden als kleuter. Door de bijeenkomst te houden kan de gemeente wederom vol trots aangeven dat de democratie werkt en de buurt de kans heeft gehad om te participeren maar hoe anders wordt dit beleefd door de omwonenden zelf…